Water

Hoe wordt een waterstaal genomen?

In de meeste gevallen betreft dit stalen van een voedingsoplossing vóór en ná een ontsmettingsinstallatie (UV, langzame zandfilter, ...) om de werking van de ontsmettingsinstallatie te verifiëren, maar het protocol is toepasselijk op alle types waterstalen.

  • Neem een lege plastic waterfles van 1,5 of 2 liter (gebruik geen flessen van cola, limonade, ...).
  • Ontsmet de fles door er een beetje (± 50ml) ethanol in te gieten en stevig te schudden. Dit kan zelfs de dag voor de staalname gebeuren (de ethanol mag er overnacht in blijven staan). Hiervoor kan goedkope technische ethanol of een gedenatureerd alcoholmengsel (desinfectol) worden gebruikt.
  • Bepaal de staalnamepunten:
    • In het geval "na ontsmetter" dient de staalname zo dicht mogelijk na de ontsmettingsinstallatie te worden genomen.
    • Indien het doel van de staalname bestaat uit de controle van de werking van de ontsmettingsinstallatie, dan dient het staal "vóór ontsmetter" ook zo dicht mogelijk bij die ontsmettingsinstallatie te worden genomen. Dit kan dus water zijn dat niet alleen drainwater maar ook bijgemengd vers water (regenwater of putwater) bevat.
      Indien het doel zou bestaan uit een vergelijking van het aantal schimmels in het drainwater dan mag het staal natuurlijk niet worden genomen na menging met vers water. De keuze van de staalnamepunten hangt dus af van de objectieven en van de mogelijke aftakpunten ter plaatse.
    • Indien er geen kraantje is en het enige aftakpunt bestaat uit een reservoir, dan wordt er doorgaans met een emmertje (aan een koord of stok) een staal genomen dat in de fles wordt overgegoten. Ontsmet het emmertje eerst met een beetje ethanol (in emmer gieten en uitwrijven met een stuk keukenrolpapier). Ga een keer of drie met het emmertje in het reservoir om het water te mengen en om een verzamelstaal te bekomen in de fles.
    • Wanneer er geen absolute zekerheid is over de aftakpunten "voor ontsmetter" en "na ontsmetter", neem dan contact op met de installateur van de ontsmettingsinstallatie om het nemen van verkeerde stalen te vermijden.
  • Ontsmet de aftakpunten met alcohol. In geval van inoxkraantjes door "flamberen".
  • Gebruik het eerste water NIET als staalwater maar laat wat water weglopen in bijvoorbeeld een emmertje (voor het spoelen van de leiding en eventueel voor afkoelen van het kraantje).
  • Giet de ethanol uit de fles en spoel deze minstens twee keer grondig met ongeveer 100 ml van het staalwater. Er mag zeker geen residu van het ontsmettingsmiddel in de fles blijven!
  • Neem het staal (fles volledig vullen) en sluit de fles goed. Schrijf er de datum op en de beschrijving van het staal (bedrijfsnaam, vóór of na ontsmetting,...).
  • Bezorg de fles(sen) aan het labo. Liefst de flessen in een koelbox bewaren en transporteren, zeker bij warm weer.

Bladloktoets

Indien enkel de aanwezigheid van Pythium / Phytophthora dient te worden vastgesteld, is een bladloktoets best geschikt. Hiertoe worden blaadjes door de teler zelf in de watertank geplaast.

Hoe worden bladeren van Rhododendron klaargemaakt voor Pythium en Phytophthora bladloktoets?

Benodigde materialen

  • Rhododendronbladeren. Meestal wordt Rhododendron "Cunningham White" gebruikt omwille van de gevoeligheid van deze rhododendronhybride. Best bladeren nemen van planten die reeds een tijdje in eigen beheer zijn. Planten die pas aangekocht zijn van een rododendronteler kunnen fungiciden bevatten, die de effectiviteit van de loktoets beperken.
  • Netje (= zakje gemaakt uit vrij stevig nylon gaasdoek of uit muggengaas; maasgrootte 1 à 2 mm). Gerbuik één netje voor elk reservoir.
  • Piepschuimblokje (één voor elk reservoir) voor de controle van de diepte waarop de blaadjes in het water hangen.
  • Koord (voor het verbinden van het netje met het piepschuimblokje en voor het "opvissen" van de netjes uit het reservoir). Moet niet sterk zijn maar liefst uit een kunststof zoals plastic of nylon, om wegrotten te vermijden.

Maken van de netjes

  • Neem een stuk nylon gaas of muggengaas. Snij daaruit stukken van 12 op 30 cm. Plooi de stukken dubbel en niet de zijkanten vast zodat netjes van 12 op 15 cm worden verkregen. Laat de bovenkant open om de blaadjes in het netje te kunnen steken.
  • Maak een gaatje aan de bovenzijde van het netje (bijvoorbeeld met een kruisschroevendraaier) om er een koord aan te bevestigen.

Protocol

  • Selecteer bladeren die niet te oud en niet te jong zijn. Met te oud wordt bedoeld dat de bladeren al een substantiële hoeveelheid natuurlijke bladschade (vlekken, scheuren,...) vertonen. Met te jong wordt bedoeld dat de natuurlijke waslaag (cuticula) zich nog onvoldoende gevormd heeft. Deze waslaag is nodig om de selectiviteit van de toets te waarborgen. Neem geen bladeren die symptomen van een ziekte vertonen om contaminatie van het reservoir te voorkomen (zie opmerking).
  • Gebruik één normaal blad of twee kleine blaadjes per netje. Was de bladeren voorzichtig onder de kraan (vermijd vorming van scheuren), snij ze ongeveer halverwege dwars door met een (snoei)schaar en plaats de delen in het netje op een manier dat ze niet bovenop elkaar liggen. Indien de blaadjes niet onmiddellijk gebruikt worden, plaats het geheel in een plastiekzak en bewaar die in een koelkast. Liefst niet langer dan één dag op die manier bewaren.
  • Verbind het netje met het piepschuimblokje via een koordje van ongeveer 20 cm. Door de plaatsing van het koordje bovenaan in het midden van het zakje kunnen de blaadjes ook niet uit het zakje geraken. Verbind een langer stuk koord met het piepschuimblokje. Laat het netje met het piepschuimblokje in het water zakken via de langere koord zodat het piepschuimblokje drijft en het netje er ongeveer 15-20 cm onder in het water hangt. Bevestig de langere koord ergens boven het reservoir zodat het geheel er na enkele dagen uitgevist kan worden.
  • Laat de blaadjes op deze manier 3 tot 5 dagen in het te bemonsteren water hangen. Indien de netjes met rododendronblaadjes van ons labo komen, steek dan het geheel in een plastiekzak (netje + blaadjes), schrijf er de datum op en de beschrijving van het staal (bedrijfsnaam, vóór of na ontsmetting,...) en laat het ons via een tussenpersoon of via de post bezorgen. Best het staal niet versturen via de post bij extreme temperaturen (vorst of zeer warm weer).
    Indien de netjes met blaadjes iedere keer op het bedrijf zelf klaar gemaakt worden, dienen de lege netjes op het bedrijf te blijven voor later gebruik. Doe de netjes op het einde van iedere loktoets open, haal de blaadjes er uit en steek ze in een plastiekzak. Schrijf er de datum op en de beschrijving van het staal (bedrijfsnaam, vóór of na ontsmetting,...) en laat ons de blaadjes bezorgen. Indien de netjes op het bedrijf blijven, moeten ze na ieder gebruik worden ontsmet (bv. met ethanol of bleekwater of een commerciële ontsmetter,...), gevolgd door afspoelen van het ontsmettingsmiddel met zuiver leidingwater. Laat ze drogen vóór het volgende gebruik. Eventueel ook een ontsmetting uitvoeren van het piepschuimblokje.
  • Op het labo worden eventuele bladvlekken geanalyseerd via uitplating op een selectieve voedingsbodem en microscopische analyse.

Opmerking: Aangezien de blaadjes geen symptomen mogen vertonen en bovendien nog eens worden gewassen, is de kans bijzonder klein dat er pathogenen zouden worden binnengebracht in het te bemonsteren reservoir via de blaadjes.
Pathogenen die eventueel latent aanwezig zouden zijn in rododendronbladeren vormen bovendien geen gevaar voor aardbei, tomaat, paprika of komkommer, maar eventueel wel voor azalea. De kans op contaminatie uit gezonde en gewassen rododendronblaadjes is dus verwaarloosbaar.